God laat je wortels altijd staan
door Pauline Mom
Jaren geleden was ik in een ver land en zat ik er doorheen. Ik was met torenhoge verwachtingen gekomen en die vielen keihard tegen. Gefrustreerd uitte ik mijn gevoelens naar God om daarna toch mijn huiswerk voor de Bijbelstudie te maken. De Bijbelstudie ging over Daniel, maar over een stuk dat ik nog nooit eerder gelezen had…
Daniel was een profeet in de tijd van het Babylonische rijk. Israël was in ballingschap en de meeste mensen waren meegevoerd naar Perzië. In Babel, de hoofdstad van het koninkrijk, woonde Koning Nebukadnezar. Hij liet zich adviseren door allerlei wijzen en magiërs. Daniel was daar een van, als Israëliet diende hij God en adviseerde hij met de wijsheid die hij van God ontving.
In Daniel hoofdstuk 4 wordt beschreven dat Koning Nebukadnezar een droom kreeg en Daniel om uitleg vroeg. En juist die droom, maakte die middag in dat verre land, dat ik onder de indruk was van wie God is.
Ik keek toe, en zie, een boom, midden op de aarde, groot was zijn hoogte. De boom werd groot en sterk, zijn hoogte reikte tot aan de hemel en hij was te zien tot aan het einde van heel de aarde. Zijn loof was prachtig en zijn vruchten waren talrijk, er zat voedsel aan voor allen. Onder hem vonden de dieren van het veld schaduw en de vogels in de luchten verbleven in zijn taken. Alle vlees werd door hem gevoed.
Zo wilde ik zijn, dit was de verwachting die ik van mijzelf had toen ik naar dat verre land ging. Ik dacht dat ik met mijn goede Nederlandse opleiding en mijn opgewekte dienende karakter verschil ging uitmaken voor alle mensen die ik tegenkwam die het moeilijk hadden. Ongemerkt zette ik mijzelf op een voetstuk. Het idee dat wat ik deed goed was, gaf mij voldoening.
Maar toen spatte de luchtbel uiteen. Eenmaal langer in het land zag ik dat wat ik deed helemaal niet zoveel verschil uitmaakte. Dat alle lokale mensen, zendelingen en vooral God het ook wel zonder mij konden. Ik had niet zoveel invloed. Ik raakte gefrustreerd over de cultuur in het land, hoe langzaam alles ging, hoe weinig ik kon veranderen. En ik voelde me zoals in het tweede deel van de droom van koning Nebukadnezar:
(In de visioen die mij op mijn bed voor ogen kwamen, keek ik toe, en zie, een wachter, namelijk een heilige, daalde neer uit de hemel.)
Hij riep met kracht en zei het volgende: Houw die boom om, kap zijn taken, stroop zijn loof af, verstrooi zijn vruchten, zodat de dieren er vanonder wegvluchten en de vogels van zijn takken.
Zo voelde ik mij: berooid, verslagen, nutteloos. Maar toen sprak God via deze tekst, het laatste stukje van de droom:
Maar laat de stam met zijn wortels in de aarde en wel in een ijzeren en bronzen band, in het jonge gras van het veld. Laat hem bevochtigd worden door de dauw van de hemel en laat zijn deel, samen met de dieren, in het gras van de aarde zijn.
Dit is Gods belofte aan ons. Ook al voelen wij ons soms verslagen en gefrustreerd, onze wortels laat God altijd staan, sterker nog, hij beschermt ze met ijzeren en bronzen band en zorgt dat het blijft leven door de dauw (kracht) van de hemel.
Ik leerde dat mijn leven en dat wat ik doe niet om mij draait, maar om de Schepper van hemel en aarde. Nebukadnezar vond het moeilijk om dit te erkennen en leerde daardoor een harde les (zie hst 4:20-37).
Wij leren soms ook harde lessen, maar we mogen er altijd, áltijd, op vertrouwen dat onze wortels blijven staan. Dat God ze beschermd en verzorgt met de dauw van de hemel. Zodat we uiteindelijk weer ontwikkelen en mooier worden!
Ps. Lees voor de context vooral heel hoofdstuk 4 door, aanrader!