Haggaï | Bijbel in één jaar

door Annemiek Groeneweg

Sinds ik op mezelf woon moet ik voor mijn eigen huishouden zorgen. ‘Duh,’ zul je denken, ‘wat dacht je anders?’ Nu vind ik het prima om zo af en toe eens te stofzuigen of mijn bed te verschonen, maar als er ook leuke dingen op de planning staan doe ik dat liever eerst. Daarnaast vind ik het ook veel leuker om nieuwe spullen voor in mijn kamer te kopen, dan bijvoorbeeld de ramen te moeten zemen.

In Haggaï was het volk van Israël ook druk bezig met het inrichten en opknappen van hun huizen. Het boek vertelt over de profeet Haggaï, die als een soort motivatiegoeroe het volk van Israël zover moest krijgen om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Na jarenlange ballingschap in Babylon vonden de Israëlieten het echter veel belangrijker om hun eigen huis weer in orde te maken, dan de tempel in ere te herstellen.

Via Haggaï spreekt God zijn frustratie uit over de gang van zaken in Jeruzalem, Zijn volk laat Hem in de steek, omdat ze hun eigen heenkomen belangrijker vinden dan Gods huis.

‘Is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen? En dat terwijl mijn huis nog een ruïne is!’ (Hag. 1:4)

Om Zijn woorden kracht bij te zetten zorgt God voor enorme droogte en mislukte oogsten in het land. De Israëlieten zien dit echter niet als straf omdat ze niet beginnen aan de wederopbouw van de tempel, maar als excuus om hier nog niet aan te hoeven beginnen. Kunnen ze mooi hun slaapkamer nog even opknappen!

Stiekem zou ik misschien wel hetzelfde reageren als de Israëlieten. Eerst zorgen dat ik weer kan slapen en wonen in een gezellig en schoon huis, waar ik tot rust kan komen of chillen met mijn vrienden, en me daarna pas druk maken om een kerkgebouw. En dat terwijl de kerk ook een thuis kan zijn. Een plek waar het gezellig is, waar je tot rust kan komen en waar je kunt chillen met God én je vrienden.

Uiteindelijk weet Haggaï het volk te motiveren om de tempel weer op te bouwen. Maar dat gaat niet al te best:

‘Wie van jullie heeft deze tempel nog in haar vroegere luister gezien? En hoe ziet hij er nu uit? Jullie denken zeker dat het niets meer kan worden!’ (Hag. 2:3)

Klinkt niet zo enthousiast, hè? De Tempel wordt in het Nieuwe Jeruzalem dé plek van waaruit God het kwaad op aarde zal verslaan en van waaruit al Zijn beloften zullen worden vervuld. Dat moet een prachtige, glorieuze plaats zijn, geen halfbakken tempeltje!

Ook al gaat het nog niet van harte, de Israëlieten steken wel moeite in de wederopbouw, en dat ziet God. Hij opende Zijn hart weer voor het volk van Israël en belooft:

‘Let op wat er gebeuren gaat, vanaf vandaag, vanaf deze vierentwintigste dag van de negende maand, vanaf de dag dat de tempel van de Heer gegrondvest is, let op! (…) Vanaf vandaag zal ik jullie mijn zegen geven.’ (Hag. 2:18-19)

Het loont om te kiezen voor God, Hij zal je daarom zegenen! Als je eens wordt gevraagd om te helpen bij de grote voorjaarsschoonmaak in je kerk, of bij het opruimen van jullie jeugdruimte, denk dan terug aan Haggaï: het is goed om je ook op zo’n manier in te zetten voor je gemeente en voor God.

Zo, dan ga ik nu de was ophangen 😉