Je geloof, hoop en liefde delen, in Gods naam

Dabar zendt elke zomer ruim 400 jongeren tussen de 18 en 25 jaar uit op campings in Nederland. Je woont en werkt samen met 6-8 teamleden op een camping. Als animatieteam organiseer je een afwisselend recreatieprogramma en je deelt je geloof met kinderen, tieners en volwassenen. Hoe dat werkt? Merel (20 jaar) deed afgelopen jaar voor het eerst Dabar op een camping. Lees haar ontroerende verhaal.

De eerste keer dat ik haar tegenkwam was bij het voetbaltoernooi op de camping. We belandden in hetzelfde team. Ze was een nogal luidruchtig typetje voor haar (basisschool)leeftijd. Maar vooral ook heel fanatiek en super enthousiast. Ze ontpopte zich als een ware spelverdeler. Haar fanatieke high fives na elk doelpunt vond ik charmant.

Ze kon op een negatieve manier aandacht trekken, van leeftijdsgenootjes maar ook van medeteamleden van Dabar. Ze zat regelmatig in de irritatiezone van haar leeftijdsgenoten. Er was een sfeer om haar heen. Juist daardoor moesten we erop letten dat we haar zouden geven wat ze ook verdiende: oprechte liefde en aandacht.

Op een wonderlijke manier klikte het tussen ons. Al moest ik soms ook wel tot tien tellen… Ze kwam vaak naar me toe. Blijkbaar voelde het vertrouwd, denk ik.

Op een wonderlijke manier klikte het tussen ons.

De avond vóór het afscheid was ze in tranen. Ik zocht haar op om haar nog een knuffel te geven. Bij de caravan raakte ik aan de praat met haar vader, een oude gescheiden man, die het kind in z’n eentje opvoedt. Hij vertelde iets over de situatie: zijn ex, de moeder, had het kind al verscheidene keren willen ontvoeren. Toen het een keer was gelukt, werd het kind gevonden achter de wasmachine, met een deken over haar hoofd. ‘Nou jôh, dan neem ik de hond, jij het kind’ – had ze in de discussies rond de scheiding geroepen…

Pap, ik heb een vriendin!

Het was het verhaal van een jong leven vol afwijzing. Maar in de Dabarweek was ze op een dag bij de caravan gekomen en had geroepen: ‘Pap, ik heb een vriendin!’

Op haar verzoek maakte ik nog een selfie van ons tweetjes. ‘Ik laat ‘m aan de andere mensen van het team zien’ zei ik.

Diezelfde avond heb ik haar uitgezwaaid. Ze schreeuwde nog door het open raampje van de wegrijdende auto. ‘Laat je de foto zien?’ Ik vond het moeilijk om haar los te laten.

Dabar is je geloof, hoop en liefde delen, in Gods naam. We hebben voor haar gebeden dat het zaadje dat in haar hart is gepland, zal ontkiemen, en tot groei en bloei zal komen…’